Over de helft!!!

Het is ongelofelijk hoe hard de tijd voorbij vliegt terwijl ik in Sengerema werk. Ik ben inmiddels over de helft van mijn tijd hier en heb in gedachten tientallen zo niet honderden verhalen en ideeën verzameld die ik zou willen vertellen. Zoals jullie gemerkt hebben, is daar weinig van terecht gekomen.

De reden daarvoor zullen de meesten wel geraden hebben; het is achterlijk druk in het ziekenhuis en met alle projecten die ik erbij doe, ben ik blij als ik een dag niet achter de computer zit en gewoon lekker kan sporten of een biertje kan doen (met name het laatste).

Mijn werkdag begint meestal om half acht en gaat door tot het weer half acht is, waarna ik vaak nog een paar uur werk aan projecten van het ziekenhuis en de stichting. Ook in het weekend ga ik vaak nog een paar uur het ziekenhuis in en werk ik aan de projecten. Daarnaast heb ik een keer per 2-3 weken dienst. De diensten zijn 72uur continu en worden gedaan naast het gewone werk, met als gevolg dat je drie dagen lang gemiddeld 4 uur per nacht slaapt terwijl je de overige uren werkt. Al met al zorgt dat voor een gemiddelde werkweek van 70-100 uur.

Ondanks dat heb ik regelmatig tijd voor ontspanning en mensen die op bezoek komen. En wat bezoek betreft heb ik niet te klagen; tot nu toe heb ik ongeveer iedere maand bezoek gehad (in totaal 10 mensen exclusief het chirurgisch uit Doetinchem) en dus een vrijwel continue aanvoer van kaas en ander lekkers (ik heb serieus nooit zo veel kaas gegeten als nu).

Laura is inmiddels ook al twee keer geweest en elke keer als we samen zijn is het weer een feestje. Cadeautjes voor elkaar, bijkletsen over de dingen die we meegemaakt hebben maar vooral samen zijn en van elkaar genieten. Ik denk dat dat een van de dingen is die ik ondanks alles onderschat heb. Het verlangen om bij elkaar te zijn is groot en wordt alleen maar groter. Wat dat betreft is het heerlijk om over de helft te zijn en kan ik niet wachten op de dagen dat we weer echt samen zijn.

Verscheurd

De vraag is nu natuurlijk of wat ik hier doe het gemis waard is. En deze vraag is alleen maar moeilijker geworden, omdat het gemis veel groter is dan ik vooraf had kunnen voorstellen. Tegelijkertijd is de drang om hier te zijn en bij te dragen aan de patiëntenzorg en structurele verbetering van het ziekenhuis ook veel groter geworden dan ik me had kunnen voorstellen.

Hoe ontzettend diep mijn werk hier me raakt realiseer ik me pas volledig sinds de afgelopen weken. Overdenkend wat ik tot nu toe heb gedaan, wat ik meegemaakt heb en wat ik nog wil doen, merk ik dat ik diep ben meegezogen in de problemen van de mensen hier. Zowel op individueel niveau als op overstijgend niveau merk ik dat de problemen van Sengerema me aan het hart gaan.

Bijna dagelijks maak ik iets mee wat me tot tranen zou kunnen roeren als ik de tijd zou nemen om erbij stil te staan. Ofwel omdat het zo prachtig is dat je tot tranen geroerd bent, ofwel omdat het zo verschrikkelijk is dat je geen woorden kunt vinden om de ellende onder woorden te brengen. Verhalen van diepe ellende, verlies en terminale ziekte wisselen elkaar in sneltreinvaart af met verhalen van moed, hoop, dankbaarheid en liefde. Wanneer ik wel de tijd neem zoals nu, krijg ik alsnog tranen in mijn ogen en realiseer ik me hoe bijzonder het is om op deze plek te werken en hoe belangrijk het werk is wat we hier doen.

Een van de gekke dingen aan dit alles vind ik dat het bijna onmogelijk is om dit over te brengen aan een ander. In veel opzichten is het te vergelijken met verschil tussen horen dat de zus van je buurman een ongeneeslijke ziekte heeft of dat je eigen gezinslid het heeft. De fysieke afstand en de grote verschillen tussen hier en Nederland maakt dat het weinig emotie teweeg brengt bij anderen, terwijl ik er midden inzit en continu word meegezogen in het leven van hier.

Mede om die reden ben ik ook zo ontzettend dankbaar voor alle bezoeken die mijn vrienden en familie brengen. Op die manier kan ik de twee werelden toch met elkaar verenigen en kan ik straks een groot stuk van wat ik hier meemaak meenemen naar huis en delen met anderen.

TanzaNiek

Dat ik enige impact heb, kan ik zeker van zijn. Afgelopen week heb ik namelijk een Tanzaniaantje van 2.15 kilo naar huis ontslagen nadat ik 3 weken voor hem en zijn moeder had gezorgd. Op zich is dat niet zo bijzonder, maar het bijzondere eraan was dat het kindje uit dank naar mij vernoemd is (volledige naam Niek Mandela), omdat ik intensief voor het kindje en moeder had gezorgd rond de bevalling. Wat mij betreft de grootste eer die een moeder je kan geven en een bevestiging dat het werk wat ik hier doe gewaardeerd wordt.

Ook op grotere schaal merk ik dat mijn aanwezigheid hier impact heeft. Ik leid een aantal grote projecten waaronder het opstarten van een couveuseafdeling (een NICU) en de reorganisatie van het inkoopbeleid en uitgifte van medicatie. Daarnaast ben ik nog met een aantal andere projecten bezig, die nog in de beginfase zitten.Het opzetten van de couveuse afdeling is nu echt begonnen. Met Stichting VSH hebben we inmiddels genoeg geld opgehaald voor de renovatie, medische apparatuur en twee verpleegkundigen voor drie jaar. De apparatuur hebben we grotendeels in Nederland aangeschaft en is inmiddels onderweg met een nieuwe container vol materialen voor Sengerema. Afgelopen week zijn de sloophamers ter hand genomen en is er begonnen met de renovatie die noodzakelijk was voor het starten van de NICU. Waarschijnlijk kunnen we de NICU in oktober officieel openen.

De reorganisatie van het inkoop en uitgifte beleid is voor velen misschien wat abstracter, maar het komt er op neer dat het ziekenhuis met ondersteuning van Stichting VSH (hopelijk later ook van anderen) het aankoop en uitgifte beleid aanpast. Concreet houdt dit in dat medicatie en verbruiksartikelen zoals infusen en verbandmaterialen op een strategische manier worden ingekocht en dat vrije uitgifte van een aantal medicamenten beperkt wordt. Deze maatregelen samen gaan per jaar een enorme (mogelijk tot honderdduizend euro) besparing opleveren en vooral ook zorgen voor een betere continuïteit van zorg. De eerste stappen hiervoor zijn nu genomen, maar het is nog zoeken naar externe hulp naast de steun van SVSH om de stappen die nodig zijn voor deze nieuwe aankoopstrategie te financieren.

Tot slot

Al met al kan ik zeggen dat het werk me fantastisch bevalt en dat ik veel meer gedaan krijg in een jaar dan ik had durven hopen voordat ik ging. Ik krijg alle medewerking en steun die ik nodig heb vanuit hier, maar ook vanuit Nederland. Ik ga soms door diepe dalen, maar leef meestal op het top van mijn kunnen en geniet met volle teugen. Meer dan ooit ben ik ervan overtuigd dat dit werk mij op het lijf geschreven is en dat het enorm belangrijk is dat we het ziekenhuis hier ondersteunen.

1,108 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Het is vrijdagavond 19u terwijl ik deze weblog begin te schrijven. Ik zit al bijna 5 uur onafgebroken te lezen op mijn veranda en geniet van mijn goede vrij(e)dag. Ik ben al de hele dag in een emotionele stemming waarbij ik me afwisselend droevig en weemoedig voel, omdat ik voor het eerst in 2 maanden alleen ben. Vanaf eind januari heb ik vrijwel continu bezoek gehad, waarvan ik de laatste 4 weken weer even mocht samenwonen met Laura. Niet gek dus dat ik me even eenzaam voel en de behoefte voel aan contact met het thuisfront.

Die neiging onderdruk ik grotendeels, maar wel zoek ik op hoe duur een ticket zou zijn om “even” op en neer te gaan. Zeker nu de voorbereidingen voor Paaspop in volle gang zijn, lijkt het me heerlijk weer even thuis te zijn en overvalt het gevoel me dat een jaar van huis erg lang is. Terwijl ik mijn boek lees en dit alles overpeins moet ik plots aan een bijzondere ervaring van vandaag denken.

In tegenstelling tot andere keren voel ik nu de aandrang om het op te schrijven. In de wetenschap dat het verhaal als een tranentrekker over kan komen en dat het misschien in een cliché is, deel ik het toch graag met jullie omdat ik het een erg mooie ervaring vind. Ik vrees alleen wel dat het weer een medisch verhaal is, volgende keer doe ik dat anders 🙂

Ontroerende zussen

Donderdag werd ik door een van de Nederlandse coassistenten gevraagd om mee te kijken met een AIDS patiënte met tuberculose. De coassistent had tot hij 2 weken geleden naar een andere afdeling ging voor deze jonge vrouw gezorgd, maar was door haar oudere zus opnieuw aangeklampt of hij alsjeblieft kon kijken naar haar zus. Nadat hij dit had gedaan kwam hij tot de slotsom dat de prognose erg slecht was en had ondersteunende maatregelen afgesproken.

Zijn vraag aan mij was of wij samen het begeleidende gesprek nogmaals konden voeren. Zijn eigen taalbarrière was te groot en het vertrouwen in de (leerling) verpleegkundigen te klein, om te vertrouwen op een goed gesprek. Vermoeid na een zware dienst gevolgd door een gewone werkdag, besloten we dat het beter was voor mij en de patiënte om het een dag uit te stellen tot goede vrijdag. Een nationale feestdag in Tanzania die ik eigenlijk vrij heb, maar waar ik bij voorbaat een mooie gelegenheid in zag een paar van mijn speciale, vaak lang liggende, patiënten in alle rust te zien.

Na twee heerlijke bakken koffie en een goed ontbijt ging ik tegen half elf naar de afdeling interne geneeskunde om samen met de coassistent zijn patiënte te zien. Toen ik daar aankwam bleek ik de oudere zus van de patiënte, een oud uitziende pittige dame van ongeveer 60,  al min of meer te kennen. Deze Afrikaanse moeke had mij meermaals hartelijk en op vaak komische wijze begroet wanneer ik de afdeling passeerde als ik van het ochtendrapport naar de verloskamers liep.

Doordat ik in mijn eigen tijd in het ziekenhuis was en geen verplichtingen had, kon ik in alle rust de patiënt analyseren en de nodige vragen stellen over het ziektebeloop. Terwijl ik hieraan begon richtte ik mij tot de patiënt en vroeg haar naar haar naam en hoe het met haar ging. Een vraag die ik in de drukte vaak vergeet te stellen. Dat patiënten hier ook niet aan gewend zijn bleek uit haar enigszins verwarde blik en dat ik de vraag moest herhalen voordat haar zus voor haar antwoordde.

Terwijl ik naast de patiënte op het bed zat ondervroeg ik met name de zus, die de regie duidelijk stevig in handen had. Vragen over het beloop van de ziekte, de medicatie die sinds opname wel of niet gebruikt was en wat de huidige problemen waren werden een voor een beantwoord. Af en toe richtte ik mij ook tot de ernstig verzwakte en vermagerde patiënte, die het allemaal oké vond wat wij bespraken.

Concluderend was de algehele conditie ondanks adequate behandeling van tuberculose flink verslechterd. Ze at nauwelijks, was ernstig verzwakt en kon sinds 2 weken niet meer zelfstandig overeind komen of lopen. Daarnaast had ze pijn bij het slikken, buikpijn en pijn in de genitale streek. Dit laatste was reeds bekeken door de coassistent, welke had vastgesteld dat er een abces zat.

De vraag of ze was afgevallen konden ze niet beantwoorden omdat het niet meer gewogen was. Dat moesten we dus even doen. De weegschaal werd snel tevoorschijn gehaald en de twee familieleden deden een poging de patiënte overeind te zetten. Nadat ik dit even aangekeken had, kon ik niet langer aanzien hoe de patiënte tegen heug en meug overeind gezet werd. Dus koos ik voor een pragmatischer oplossing, tilde de patiënte op en ging samen met haar op de weegschaal staan.

Toen ik de patiënte vervolgens voorzichtig op bed legde, zag ik tot mijn verbazing dat ze een traan in haar ogen had staan. Een uiterlijk vertoon van emotie of pijn wat je zelden ziet in Tanzania, waar emoties in stilte gedragen worden. Terwijl ik de rest van het lichamelijk onderzoek afwikkelde vroeg ik mij nog steeds verbaasd af of ik haar toch pijn had gedaan bij de exercitie van het wegen.

De diagnose abces kon ik bij het onderzoek direct bevestigen, dus verzamelde ik de spullen die nodig waren om het abces te ontlasten. Gewapend met een spatbril tegen spatten zette ik de verdoving, waarbij ze enkele kreten van pijn en onwillekeurige bewegingen niet kon onderdrukken. Voordat ik met het mes aan het werk ging, richtte ik mij tot de patiënte: “Het is heel belangrijk dat je nu niet beweegt, omdat ik een mes in mijn hand heb. Als je nu plotse bewegingen maakt is dat voor jou gevaarlijk, maar ook voor mij.”

De patiënte keek mij aan en wekte de indruk het begrepen te hebben en bewoog niet meer. Ook al had ze dat gewild, had ze dat waarschijnlijk niet gekund. Direct nadat ik dit had gezegd namen de twee familieleden haar benen beschermend in een houdgreep en werd herhaald wat ik had gezegd met nadruk op dat het gevaarlijk voor de dokter was. Er werd door iedereen instemmend geknikt en ik voelde me volledig veilig toen ik een flinke snee zette in het abces waarbij de patiënte doodstil bleef liggen, terwijl ze zacht kermde van de pijn.

Nadat het moeilijkste gedeelte achter de rug was ging ik rustig alles bespreken met de coassistent en maakten we een volledig behandelplan, gericht op vergroten van comfort maar vooral ook de overlevingskansen aangezien tijdens het gesprek was gebleken dat de patiënte pas een week in plaats van jaren AIDS medicatie gebruikte, waardoor ze plots een veel betere prognose had.

Het plan werd vervolgens uitgebreid door ons doorgenomen met de zus en de patiënte. Pijnstilling om de pijnen te verminderen, antischimmel medicatie tegen de keelpijn, Vitaminen en antibiotica voor de weerstand en de wondzorg. Een voor een bespraken we het en werden onze voorstellen aangenomen. Ook de maagsonde voor voeding wat veel patiënten uit angst of weerzin weigeren, werd door de patiënte graag geaccepteerd.

Bijna een uur nadat we binnen waren gekomen maakten we onder eindeloos veel dankbetuigingen aanstalten om naar de volgende patiënt te gaan. Bijna zou ik vergeten de patiënte die weer in stilzwijgen in bed lag op persoonlijke wijze gedag te zeggen. Dankzij de coassistent gaf ik haar toch nog een hand en zag ik weer de tranen in haar ogen staan en werd mijn eerdere vermoeden bevestigd dat het tranen van emotie waren en niet van pijn.

Ik vermoed dat de patiënte volledig overdonderd was door de uitgebreide tijd en aandacht die wij haar gaven. Een groot contrast met de gewone gang van zaken nadat zij 2 maanden in het ziekenhuis lag, waar artsen meestal 5 minuten tijd hebben voor een patiënt en hierdoor ziekte in plaats van patiënt georiënteerd zijn. Een “luxe” die ik ook vaak niet heb in de hoge werkdruk.

De reden dat ik deze ervaring zo bijzonder vind komt door de mix van emotie. Terwijl ik enerzijds het liefst thuis zou zijn om samen met Laura en mijn vrienden Paaspop te vieren, voel ik tegelijkertijd op indringende wijze hoe ik hier voor mensen een groot verschil kan maken. Een mooi gevoel om het paasweekend mee in te gaan.

1,132 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Inmiddels ben ik zes weken in Sengerema en begin ik aardig te wennen aan mijn rol als tropenarts. De logistiek en organisatie gaan me steeds beter af en ik raak snel bekend met lokale gebruiken en richtlijnen, waardoor ik beter en sneller kan werken. Ondanks dat het de vijfde keer is dat ik in Sengerema ben, zijn veel van dat soort dingen nog lastig. Gelukkig leer ik vlot en heb ik er plezier in, waardoor het werken snel went.

Ook heb ik inmiddels met de meeste artsen en verpleegkundigen samengewerkt en heb ik het idee dat de mensen ook aan mij beginnen te wennen. Ik word vaker gevraagd bij moeilijke patiënten en waar ik eerder een sceptische blik kreeg als ik ongevraagd vertelde wat ik vond/wilde, lijken de verpleegkundigen nu een stuk meer geïnteresseerd in wat ik te vertellen heb. “Eerst zien en dan geloven” gaat hier net zo goed op als in Nederland.

Moeder en kind zorg

Alhoewel ik van tevoren had verwacht dat ik mij veel met chirurgie bezig zou houden, concentreren mijn dagen zich vooral op moeder en kind zorg. Deze keuze komt voort uit dat hier de grootste behoefte ligt en dat we als SVSH hebben gezegd dat ons focus de komende jaren op dit gebied zal liggen.

Dit houdt in dat ik het merendeel van de dag op de verloskamers ben waar 25-35 bevallingen per dag plaatsvinden en mij op de verloskunde afdeling ontferm over de zieke pasgeborenen. De laatste groep bestaat uit gemiddeld 20 prematuren die op één grote “prematuren kamer” liggen en 3 – 5 kinderen per dag die een infectie/meningitis hebben waarvoor zij antibiotica krijgen. Al met al een hoge patiëntendruk met bijpassende werkdagen van een uur of elf.

Zorg voor pasgeborenen

Deze activiteiten sluiten natuurlijk erg goed aan bij het project “Lucht voor Leven” waarvoor wij in november de Albert Schweitzer prijs hebben gewonnen. Het doel van dit project is terugdringen van sterfte aan de gevolgen van zuurstoftekort bij pasgeborenen. Dit willen wij bereiken door opleiden van lokaal personeel in de opvang van baby’s direct na de geboorte. Met behulp van materiële en financiële ondersteuning zullen wij het lokale personeel in staat stellen deze trainingen voort te zetten.

Alhoewel lucht voor leven heel makkelijk een op zich zelf staand project zou kunnen zijn vinden wij dat dit eigenlijk in het kader hoort van een bredere aanpak. Als je een goede eerste opvang hebt maar er wordt vervolgens niet naar een kind omgekeken (er zijn namelijk nog geen specialisten of artsen aanwezig voor dit werk) is de kans groot dat een kind in de dag erna alsnog overlijdt aan de gevolgen van zuurstoftekort, infectie of een epileptische aanval.

Daarom hebben we besloten om te proberen dit alles zoveel mogelijk als een geheel aan te pakken en willen we ook een soort neonatale “intensive” care unit (NICU) opzetten, met als doel dat ook na de eerste 10 minuten van het leven de zorg goed is. Dat het nodig is blijkt wel uit de statistieken van het ziekenhuis, want in 2013 ging 2% (200 baby’s) dood in de eerste maand of werden ze doodgeboren.

Wind in de rug
Dat het een ambitieus plan is wist ik al voordat we de prijs wonnen. Met dit soort projecten kun je volgens mij nooit van tevoren zeggen hoe het gaat lopen en kan het zowel enorm meevallen als tegenvallen. Tot nu toe (prijs de dag niet voor hij om is) lijkt alles op het eerste uit te komen. Omdat ik een hekel heb aan lange opsommingen heb ik de meevallers maar samengevat in het tekstvlak hiernaast.

Naast deze belangrijke meevallers bleek ook nog dat Renske van den Elzen mij 3 weken komt helpen, welke er inmiddels bijna op zitten. Deze vriend van Sengerema zat in 2011 als coassistent hier en heeft 3 jaar in de kindergeneeskunde gewerkt. Zij helpt mij met onderwijs en ontwikkelen van locale protocollen.

De eerste training

Al deze meevallers  hebben ervoor gezorgd dat we afgelopen week samen met de lokale trainers van het “Helping babies breath” programma op donderdag en vrijdag al twintig mensen hebben getraind. Ruim 3 maanden eerder dan ik had durven hopen.

De training werd door mij en Renske gegeven samen met Caroline (arts) en Kagimbwa (verloskundige). Na een korte introductie door mij in het Swahili over wat zuurstoftekort inhoud en waarom het belangrijk is om snel te handelen, werd de les overgenomen door deze Tanzaniaanse collega’s. Uit de presentaties die volgden bleek al snel dat ze ervaring hadden met deze stof, want er volgde een interactieve presentatie met mooie demonstraties waarin moeiteloos een aantal dingen uit mijn presentatie werden verwerkt.

In de scenariotrainingen die volgden, kreeg iedereen de kans om het geleerde in de praktijk te brengen. De materialen zijn nog niet optimaal, maar voor een eerste basis meer dan voldoende. Tijdens deze scenario’s waarbij we telkens verschillende praktijkvoorbeelden gebruikten, kwam iedereen om beurten naar voren om een kind geboren te laten worden en met masker en ballon te beademen. Vaak ging dit gepaard met een schaterlachende groep “studenten” omdat veel mensen onhandig werden onder de druk, tot groot vermaak van de rest.

Drie uur na het begin van de training sloot Renske het trainingsgedeelte af met een laatste presentatie in het Engels met een samenvatting van het geleerde. Bij de woorden dat een opvang erg lastig is en dat het tijd kost om goed te leren werd er instemmend geknikt. Voor mijn gevoel begrepen ze goed dat het leren pas echt begint in de praktijk. Gelukkig kan ik ze daar ook bij helpen.

Eigen ervaring

Inmiddels kan ik ook uit eigen ervaring vertellen hoe groot de noodzaak is. Terwijl ik als groentje begon aan deze taak, voel ik me inmiddels bijna thuis aan de reanimatietafel. Op die plek heb ik inmiddels meer dan tien keer geprobeerd een pasgeborene (nieuw) leven in te blazen met een beademingsmasker. Gelukkig in de meeste gevallen met succes.

Zo ook afgelopen vrijdag toen ik na de cursus door een coassistent naar een bevalling werd gebeld, waar een verloskundige bijstond die de dag ervoor bij de training was. De moeder die thuis al 8 kinderen heeft, deed lang over het laatste stuk van de bevalling. Op het moment dat ik hoorde dat de hartslag van de baby te laag was deed ik wat ik de dag ervoor uitgelegd had; alle spullen klaarleggen voor een reanimatie en in de buurt blijven zodat ik kon helpen.

Omdat de baby niet snel genoeg geboren werd besloot ik om te helpen met een vacuümpomp, waarna de baby vlot geboren werd. Dat was maar goed ook, want de baby was zo slap als een vaatdoek en ademde niet. Gelukkig kon ik de baby goed opvangen en ademde hij na tien minuten zelfstandig en kon ik hem na een uur alweer bij moeder op de borst leggen.

Dat vind ik mooi aan de specialisatie die ik heb gedaan; doordat ik ervaring heb in kindergeneeskunde en gynaecologie kan ik het proces beter begrijpen en op beide vakgebieden ingrijpen als dat nodig is. In het komende jaar hoop ik samen met het lokale personeel en SVSH over het hele traject verbeteringen te bereiken met als doel dat de babysterfte en moedersterfte afneemt. 

1,242 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Na 3 jaar is het grote moment aangebroken. Nadat ik onder toeziend oog van Nederlandse specialisten de meest essentiële kennis en vaardigheden heb geleerd op het gebied van kindergeneeskunde, chirurgie en gynaecologie, is de tijd aangebroken dat ik deze kennis in de praktijk ga brengen in Sengerema.

4 januari vertrek ik naar Sengerema om daar te werken als tropenarts. Helaas kan Laura (mijn vrouw) niet mee en zullen we het een jaar zonder elkaar moeten doen. Gelukkig komt ze me vaak opzoeken en met moderne communicatiemiddelen is de afstand uiteindelijk kleiner dan het lijkt.

In het ruime jaar dat ik daar zal gaan werken zal ik veel van mijn tijd als arts actief zijn.

Veel van wat ik daar doe en beslis zal ik zelfstandig moeten doen, maar gelukkig ken ik de plek goed en weet ik ook dat er altijd mensen klaar staan om mij te helpen wanneer dit nodig is. Ik kijk er enorm naar uit om alles wat ik geleerd heb in de praktijk te gebruiken om de patiënten van het ziekenhuis in Sengerema te helpen.

Naast het werk als arts ben en blijf ik natuurlijk ook actief voor Stichting Vrienden Sengerema Hospital. Afgelopen jaren hebben we met zijn allen hard gewerkt om een succes te maken van de stichting en naar mijn mening is dat goed gelukt. Het ziekenhuis knapt zichtbaar op met onze projecten en ik verheug me erop om te zien wat de effecten zijn in de dagelijkse praktijk.

Tijdens het komende jaar gaan we verschillende nieuwe projecten starten, waarbij ik een belangrijke rol zal spelen omdat ik in Sengerema zit. Een daarvan is het verbeteren van de opvang van pasgeboren baby’s, waarvoor we inmiddels ook (weer) zijn genomineerd voor de Albert Schweitzerprijs!

Al met al denk ik dat het een erg druk en vol jaar wordt met veel nieuwe indrukken en mooie uitdagingen in het vooruitzicht!

 

1,270 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Deze week is de container gevuld met oa 34 bedden, 50 matrassen, 50 nachtkastjes, 5 stretchers en een operatietafel aangekomen in Sengerema.
Het geld voor dit project is zoals jullie weten bij elkaar gefietst door Cycle for Future.
Wat jullie nog niet wisten is dat de grote container waarin alles werd verscheept vanuit Nederland is geschonken door Jacob Denkers van Denkers BV. Denkers BV is een international transportbedrijf die naast de container ook het transport van Nederland naar Dar es Salaam geheel kosteloos heeft geregeld.
Afgelopen week is de container in de stromende regen uitgeladen en nu zullen de spullen over het ziekenhuis worden verdeeld. De container zal in Sengerema blijven en gaat daar dienst doen als office voor de BIMA (verzekering)

1,024 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Het eindbedrag van Cycle For Future: EEN BED IS DE BASIS.. 
Hoeveel heeft het team C4F nu bij elkaar gefietst tijdens de tocht van Nice naar Brunssum/ Amstenrade?!

Nu al het geld binnen is zijn we trots te kunnen melden dat dit heeft geleid tot het fantastische eindbedrag van 6750 euro!!! Alle fietsers hartelijk bedankt voor jullie doorzettingsvermogen en inzet!

Jullie 6750 euro zal besteed worden aan het project: EEN BED IS DE BASIS.

Er is reeds een container in Tanzania aangekomen met daarin oa 34 bedden, 50 matrassen, 50 nachtkastjes, 5 stretchers, een operatietafel en nog veel meer. Foto’s en verdere info volgt.

Ook nog ander groot/klein nieuws. Rik Crijns is inmiddels vader geworden van een hele mooie zoon Noah.
Namens de hele stichting van harte gefeliciteerd Jolien en Rik!! Mogelijk over 15 jaar nog een extra Crijns op de fiets 😉

 

1,114 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Tijdens de Nijmeegse vierdaagse van 15 tot en met 18 juli 2014 heeft Eric de Ruijter (de vader van onze voorzitter) wederom hitte en kilometers doorstaan om geld in te zamelen voor Sengerema Hospital. Dit jaar specifiek voor de verbetering van opvang van neonaten. In totaal heeft hij 1511 euro bij elkaar gewandeld. Wederom bedankt voor je topprestatie en inzet Eric!!

1,092 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

“Toen Femke in 2009 haar oudste co-schap liep in Sengerema, ontmoette ze tijdens een van de heerlijk relaxte weekendjes aan het zwembad bij restaurant Tilapia in Mwanza de familie Williams. De familie Williams bestaat uit Alan, Kerri, Stacey en Tom.

Dit unieke gezin verhuisde in 2009 vanuit het drukke Engeland naar Australië, maar omdat ze graag hun steentje bij wilden dragen in Afrika, kozen ze ervoor om als gezin een gap year te doen in Mwanza, Tanzania.

Alle vier woonden en werkten ze in weeshuis Hisani, een plek in Mwanza, waar weeskinderen worden opgevangen, onderwezen en verzorgd.

Met veel liefde gaven zij een jaar lang les en deden allerlei bijzondere projecten met de kinderen. Een belangrijk onderdeel van hun werk bestond uit het maken met muziek, iets wat in de genen van de familie Williams zit, maar ook diepgeworteld is in de Afrikaanse cultuur.

Tijdens een van de weekenden bezochten zij Sengerema hospital, zij waren diep onder de indruk van het werk dat daar verricht werd door zuster Marie José, de lokale artsen en verpleegkundigen, maar ook de Nederlandse co-assistenten.

Dit jaar werd Femke opeens uit het niets benaderd, door de familie Williams, namelijk omdat Alan zijn verjaardag wilde vieren, en in plaats van de gebruikelijke cadeautjes een kleine inzameling wilde organiseren voor het ziekenhuis in Sengerema! Daarbij werd maar liefst 4273 Australische dollar opgehaald, oftewel ongeveer 2974 euro!

Dit geld zal gebruikt gaan worden voor het project verloskamers, om te zorgen dat de moeder en kind zorg rond de bevalling verbeterd wordt en essentiële apparatuur vervangen of aangeschaft zal worden. Verder informatie volgt onder het kopje ‘projecten’.
Hartelijk dank alvast aan de familie Williams voor deze gulle en lieve actie!!!”

1,042 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Zoals jullie via diverse media gehoord hebben zijn wij druk in de weer geweest met het project “Hepatitis B vaccinatie voor het ziekenhuispersoneel van Sengerema”. Het doel hiervan is om het ziekenhuispersoneel te beschermen tegen de leverziekte Hepatitis B, welke zij op kunnen lopen door hun werk met naalden, operatiemessen, wondzorg en schoonmaak werkzaamheden.

Onze penningmeester Niek Versteegde was met dit project genomineerd  voor de Albert Schweitzerprijs waarvoor veel publiciteit in verschillende media is geweest.

Met een overweldigende hoeveelheid stemmen (849) hebben wij de publieksprijs gewonnen. Echter bepaalde de vakjury wie de hoofdprijs zou winnen. De hoofdprijs van 5000 euro wonnen wij niet, maar we zijn erg trots op een aanmoedigingsprijs van 750 euro.

Omdat dit ongeveer 4000 euro minder was dan wij nog nodig hadden voor het project (waar in totaal 12.250 euro voor nodig is), hadden wij besloten om het project gefaseerd uit te voeren.  Inmiddels zijn wij achterhaald door ons eigen succes!

Met trots kunnen wij zeggen dat het project deze maand alsnog in zijn geheel van start gaat!  Met dank aan onze vaste donateurs, een financiële meevaller en een grote meevaller bij een ander project kunnen we het hele project in een keer financieren.

Dit betekend dat in januari de eerste personeelsleden getest en gevaccineerd zullen worden!!

Het personeel heeft hun blijdschap  getoond met het volgende bericht:

“Every year Sengerema hospital staffs gather together for Xmas celebration and the hospital gives Asante (dank jullie wel) to all hospital workers, this happened yesterday. In this year the most valuable gift was HBV Vaccine given by Friends of Sengerema, all were excited and eagerly waiting for the project to start.”
(Geschreven door Charlz Majanji Mguta, arts uit het Sengerema ziekenhuis)

Namens het ziekenhuis en onszelf willen we iedereen bedanken die ons bij dit project direct of indirect heeft geholpen. In het bijzonder het Albert Schweitzerfonds voor de mooie prijs en het geboden platform voor publiciteit.

Met dank aan jullie kan het ziekenhuispersoneel dit nieuwe jaar hun werk een stukje veiliger doen. Mooier kan het jaar wat ons betreft niet beginnen!

1,024 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Op dinsdag 12 november heeft Niek Versteegde meegedongen naar de Albert Schweitzerprijs 2013. Als inzet heeft hij het hepatitis B project ingebracht, dat bedoeld is om artsen, verpleegkundigen en schoonmaakpersoneel te beschermen tegen Hepatitis B, middels een vaccinatieproject.

Het mooie aan dit project is dat het vanuit het personeel van Sengerema Hospital is aangedragen.

Een mooie avond, met mooie presentaties van de genomineerden, waar we tevreden op kunnen terugkijken. Naast leuke gesprekken en aanstekend enthousiasme van de mede-genomineerden, zijn we naar huis gegaan met de aanmoedigingsprijs van 750 euro (en we hadden door jullie ook al de publieksprijs in handen/ meeste likes via de site)

Wij willen de winnaar 2013, Florise Lambrechtsen uit Amsterdam hartelijk feliciteren en veel succes wensen met haar project Mothers adVANtage in Zuid-Afrika.

 

970 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag