In een zucht zijn de twee weken in het warme en fijne Sengerema omgevlogen. Enerverende, intensieve en ook emotionele dagen verstreken in een veel te rap tempo. Trots, voldaan en met beginnende heimwee kijk ik terug op de afgelopen 14 dagen: de prachtige 336 uren en veel te snel tikkende 20.160 minuten. Tevreden met het eindresultaat, maar ook bewust van de uitdagingen die er nog in de toekomst liggen.

Baby Leah

Lijkbleek en grauw van kleur wordt Leah op de NICU opgenomen. Ze is op tijd geboren en slechts enkele uren oud. Haar bezorgde moeder verliest haar geen seconde uit het oog.  Teder aait ze haar kleine, zachte handjes. Uit haar mondje stroomt bloed. Ook haar billen zijn bezaaid met donkerpaarse, plakkerige bloedresten. Zeer angstig kijkt ze uit haar ogen. Een hoge, zeer schrijnende huil, doet ook vermoeden dat ze misschien in haar hersenen aan het bloeden is. Ze heeft veel moeite met ademen. We starten met ademhalingsondersteuning. Haar moeder houdt de slangen stevig vast, want de koppeling is onlangs kapot gegaan. Op het moment dat we met een laryngoscoop, een medisch instrument dat wordt gebruikt voor het inspecteren van het strottenhoofd, in haar mond willen kijken waar al het bloed vandaan komt, spuit een grote stroom bloed ons tegemoet. Leah lijkt ons in vlot tempo te ontglippen. Ik denk dat ze een ernstige stollingsstoornis heeft. Met elkaar maken we een behandelplan, met de middelen die we tot onze beschikking hebben.  Allereerst geven we haar extra vitamine K, een medicijn dat nodig is voor een goede bloedstolling. Daarnaast geven we haar medicijnen om de zuurtegraad in haar maag te verlagen en bestellen we veel bloed. Tot onze grote vreugde kunnen we zelfs plasma, stollingsfactoren, bestellen.  De eerste dagen blijven kritiek. Ze krijgt wel steeds meer kleur om haar mooie, gave snoetje. Na drie dagen is Leah mooi roze, bloedt ze niet meer en begint ze zelfs wat te zuigen aan de borst! De toekomst met een stollingsstoornis zal zeker niet zorgeloos zijn, maar de eerste fase heeft ze goed overleefd!

Baby Maria Neema

In het kader van de documentaire over Project NICU, krijgen we hoog bezoek! We mogen Maria Neema en haar lieve moeder verwelkomen op de NICU. Maria Neema is een prachtige, mollige baby met doordringende, donkere ogen. Tussen haar ogen heeft haar moeder een mooie stip getekend, welke haar bescherming zal bieden. Maria Neema werd in februari ruim vier maanden te vroeg geboren, en woog minder dan 500 gram. Moeder en kind hebben hard geknokt, en inmiddels is Maria Neema in gewicht vertienvoudigd. Elke maand komen Maria Neema en haar moeder langs, om andere moeders op de NICU aan te moedigen. Dit is waarvoor Project NICU bestaat! Hun verhaal is te zien in de documentaire, die begin volgend jaar in premiere zal gaan.

NICU feest

Alle moeders hebben ontzettend fijn meegewerkt, en zich kwetsbaar durven opstellen voor de documentaire over Project NICU. Om alle moeders en staff te bedanken, hebben we afgelopen week een NICU feest georganiseerd. Een zeer uitgebreide, lekkere Afrikaanse maaltijd met liefde gekookt door onze mama Saidi. De tafels lagen bezaaid met babykleding. De 40 aanwezige moeders mochten twee setjes kleding uitkiezen voor hun pasgeboren kroost. Een gezellige middag met Afrikaanse ‘bongo flavour’ op de achtergrond, brede glimlachen van oor tot oor en…. een vloer gevuld met vissengraat en kippenbotjes. Een waardevolle afsluiting!

Cultuurverschillen omarmen

Mijn zesde bezoek in drie jaar tijd. Verknocht aan Sengerema. Verslaafd aan het reizen naar Tanzania. Toch bemerk ik altijd nog cultuurverschillen. Sinds de komst van de NICU zijn er al veel kinderen levend naar huis ontslagen, op een plek waar de dood altijd dichtbij is. Deze zegeningen tel ik. Ik ben trots op de grote vooruitgang die we vanuit de stichting hebben geboekt de afgelopen jaren. Helaas overlijden er nog steeds veel baby’tjes. Uit cultureel oogpunt, sterven deze kinderen veelal alleen. Dit is nog steeds iets, wat tegen mijn gevoel ingaat. Ik heb het hier ook geregeld over met mijn collega’s in Sengerema. Zij begrijpen ook mijn visie en gevoel hierbij. We omarmen elkaars achtergrond en cultuur. Zo leren we van elkaar. Toch kan ik geen kind alleen laten sterven tijdens mijn bezoek. Het geeft mij voldoening om ze net een beetje extra liefde te geven, wat tedere woorden in te fluisteren en een liedje te zingen voordat ze ‘gaan’.  Ook Denise heeft deze waardevolle laatste momenten gedeeld met een aantal stervende kindjes. Eindeloos waardering voor mijn topper, voor wie de dood voor het eerst zo dichtbij kwam.

Karibu tena

Met lood in mijn schoenen en een zwaar gevoel verlaten we Sengerema. Wat hebben we een boel mogen doen en ervaren de afgelopen twee weken. Dit bezoek was ik met name aanwezig als projectleider. Gesprekken met mijn lokale collega’s. Kijken waar de knelpunten liggen. Anticiperen. Blijven ontwikkelen met elkaar. Ik heb de enorme werkdruk opnieuw mogen ervaren. Een werkdruk die stijgt, omdat het aantal baby’s op de NICU toeneemt. Daarnaast was ik 24/7 aanwezig als consultant. De complexiteit van de patienten stijgt enorm. Patienten vanuit een behoorlijke regio melden zich inmiddels in Sengerema voor diagnosticering en behandeling. Deze week heb ik weer meer pathologie voorbij zien komen, dan ik het afgelopen jaar heb gezien. Een baby met ontbrekende buikspieren, een baby met een afwijkende schedelvorm, een baby met paarskleurende gewrichten etcetera. Ook werden enorm veel extreem prematuren opgenomen. Kleine kanjers voor wie het leven na een week zonder beademing toch meestal te zwaar wordt.

Afgelopen maart wonnen Iris en ik de Albert Schweitzer Prijs. Van dit geld wordt momenteel een ontwikkelingspolikliniek opgezet. En hoe! Veel moeders melden zich de hele dag door met hun baby’tje voor controle en nazorg. Iris gaat in februari hard aan het werk met verdere opzet en invulling van de ontwikkelingspolikliniek, die op korte termijn in verbouwing gaat.

Denise en ik gaan alle indrukken even samen laten bezinken. We hebben een hoop meegemaakt, mogen ervaren en vooral veel uren gemaakt de afgelopen twee weken. Beginnende heimwee ontstond al op het moment dat we de zware, ijzeren poort van het ziekenhuis verlieten. Een steen op onze maag. Ook voor Denise vormt Sengerema een tweede thuis. Dit biedt perspectief voor onze toekomst!

Samen met Maria Neema en haar moeder 

1,534 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Goed en wel vijf minuten gearriveerd in Sengerema na een moeizame en lange reis, neemt de magnestische werking van het ziekenhuis het over.  Tijd om rustig te acclimatiseren na bijna 72 uur reizen conflicteert met de aantrekkingskracht van het ziekenhuis waar ik alweer maanden naar verlang. Vlinders ontpoppen zich masaal bij aankomst in mijn zo geliefde Sengerema. De Europeaan komt in me naar boven, en ‘haraka haraka’ (snel snel) naar het ziekenhuis. Gehuld in een jurkje en bijpassend schoeisel, wil ik Denise vol trots rondleiden in het ziekenhuis waarover we al zoveel gesproken hebben.

Incognito het ziekenhuis in, werkt echter averechts. Na de eerste passen in het ziekenhuis trilt mijn broekzak. Tropenarts Rian. Assistentie is gewenst op de verloskamers. Er is zojusit een baby’tje geboren met een onverwachts slechte start. Levenloos. Geen kleur op zijn mooie gezichtje. Volmaakt. Tien vingers en teentjes. Vol overgave werkt iedereen aan het leven wekken in dit jonge mensje. Tevergeefs. We moeten hem laten gaan, in ons midden.

De NICU

De NICU ziet er kleurrijk uit, vol met moeders in prachtige kitenges. De apparaten draaien overuren om alle kwetsbare baby’s van voldoende zuurstof te voorzien. De couveuses liggen vol met zeer jonge prematuren. Krachtige, prachtige kindjes met een dun, doorzichtige en roodgekleurde huid. De jongste is extreem prematuur geboren, bij 25 weken. Een gewicht vergelijkbaar met een half pakje suiker. Een pittige tante met donkere kijkers en al redelijk krachtig stemvolume. Ze geeft zich niet gewonnen en vecht, omdat haar leven daar vanaf hangt. En met succes, na een week ademt ze nog krachtig door.

Emergency

De straaltjes zweet lopen over mijn rug als ik de dozen aan het uitzoeken ben met NICU materiaal vanuit Nederland. De NICU is serieus tropisch warm, en het kwik loopt geregeld op tot boven de 30 graden. Tussen de verzamelde materialen zitten veel beademingsmaskers die ook zeer bruikbaar zijn op de kinder intensive care (PICU). Met mijn jassen volgepropt met maskers wandel ik enthousiast die kant op, als een jonge verpleegkundige al rennende hijgend mijn naam roept. “Emergency on the airstrip!”. De airstrip is een vroegere landingsbaan die zich op enkele meters afstand van het ziekenhuis bevindt. Mijn actiestand gaat aan, en ik ren met grote passen het ziekenhuisterrein af richting de airstrip. Aldaar vindt een prachtig tafereel plaats. Temidden van de airstrip staan een boel vrouwen in een cirkel en allemaal houden zij een prachtig gekleurde kitenge vast. Ik meng me in de cirkel, en in het midden ligt een vrouw met een baby. Ze is zojuist plotseling bevallen van een prachtig meisje. Aangezien de moeder aan het bloeden is en ik geen achtergrondinformatie over de zwangerschap heb, neem ik de kleine van haar over, en haast me terug naar de NICU. Een blakende, roze, gezonde nieuwe wereldburger besloot spontaan haar intrede te maken op de airstrip.

Documentaire

In 2016 maakte ik kennis met journaliste Denise Eigenbrood. Geraakt door mijn verhaal, ontstond al vlot het idee tot een interview. Na dit interview bleef het contact aanhouden en rees het plan ooit een documentaire te maken over Project NICU. Als een soort sprookje groeiden wij naar elkaar toe tot het punt waar we nu zijn. Op de voor mij meest magische plek ter wereld allebei doen wat we het liefste doen. Voor Denise is dit zich maximaal inzetten om een prachtige, integere documentaire maken. Voor mij is dat me begeven tussen baby’s, hier.  Wat verlegen probeer ik te accepteren dat ik 24/7 word gevolgd door een camera en microfoon.

Na de eerste week besluiten we een interview op te nemen voor het ziekenhuis om de balans op te maken. Op het moment dat we aan het settelen zijn, komt een ambulance met gierende banden en loeiende sirene aangereden. Er komt een bezorgde man met een baby in zijn armen uit de ambulance. Het feit dat een ambulance wordt ingezet om zieke baby’s te transporteren, maakt mij trots en stelt gerust. Het mag toeval heten dat we ons precies op het juiste moment op de juiste plek begeven, en we de zorg voor de niet ademende baby kunnen overnemen. Rennend door het ziekenhuis met het grauwe kind in m’n armen, wordt het NICU team opgetrommeld. Bij aankomst op de afdeling staat onze nieuwste, zeer waardevolle aanwinst Edward al klaar. Kundig plaatst hij een infuus als ik start met beademen. Vervolgens neemt hij de zorg voor de zieke baby over, en straalt als we hem complimenteren voor zijn goede zorgen. Het baby’tje bleek al vier uur geleden te zijn geboren na een moeizame bevalling. Hij had zich nog niet laten horen na z’n geboorte. Het feit dat hij nog in leven binnen is gebracht, mag van kracht betuigen.

Wij maken ons op voor de volgende week, waarschijnlijk vol indrukken. Plannen worden omgezet in daden. We hebben een carpenter in Mwanza opdracht gegeven tot het maken van een officieel welkomstbord voor de entreedeur van de NICU. Daarnaast krijgt het ingezamelde geld voor Project NICU aankomende week een passende bestemming. Denise gaat verder met het interviewen en mogelijk komt er een oude bekende van de NICU langs. Wordt vervolgd!

5,052 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Stemmen kan via deze link

1,216 totaal aantal vertoningen, 2 aantal vertoningen vandaag

Acht maanden terug in de tijd. April 2017. In de houten huisjes op de NICU liggen buurvrouw Yillian en buurman Norbert. Yillian is zo’n 4 maanden te vroeg geboren, en weegt slechts 500 gram. Buurman Norbert, helft van een tweeling, is zo’n 3 maanden te vroeg geboren, en weegt iets meer dan 700 gram. Zijn broertje overleed tijdens de traumatische bevalling. Norbert werd kortdurend gereanimeerd, maar greep het leven aan. Norbert met z’n blauwe muts. Yillian met haar gele muts. Hun dappere moeders worden dikke vriendinnen, en verblijven maanden samen op de NICU. Beschermengels voor hun kwetsbare kroost. Team NICU vecht hard voor deze twee dappere strijders, en met resultaat..

8 maanden later

1 december 2017. Luid gekraai, glimmende kraaloogjes en een brede glimlach vullen de NICU. De relatief kleine, benauwde ruimte vult zich met liefde en ontlading. Yillian, nu ongecorrigeerd 9 maanden oud, is een prachtige, spekkige baby van 7 kilogram. Zwarte krulletjes vullen haar volle bolletje. Enigszins verschrikt staart ze de onbekende ‘wazungu’, blanken, aan. Een gulle lach schenkt ze alleen aan haar vertrouwde moeder. Norbert, nu ongecorrigeerd 8 maanden oud, is een lolbroek. Zijn guitige koppie kijkt speels in de rondte. Schaterlachend pak ik hem van zijn moeder aan. Gefocussed op mijn blonde lokken vermaakt hij zich opperbest. Wanneer Yillian iets meer gewend is, komt ook zij op schoot. Aandachtig tasten ze elkaar af. Grote ogen staren vragend naar m’n witte huid. Het ijs is gebroken als ik gekke geluidjes begin te produceren met m’n mond. Een ware fotoshoot volgt. Als de modelletjes in de dop het ziekenhuis weer verlaten, gloei ik van trots. Dit is waar we het allemaal voor doen! 8 maanden geleden hing het leven van deze kwetsbare kindjes nog aan een zijde draadje. Inmiddels zijn het spekkige baby’s die genieten van het leven! Twee jaar geleden ondenkbaar. Geen afdeling voor zieke baby’s. Enkel een aanrecht, survival of the fittest.

Drukke NICU

In het weekend vond een ware babyboom plaats. Op jaarbasis worden gemiddeld 11.000 baby’s geboren in het drukke missieziekenhuis (lees: gemiddeld 20 per dag). De NICU is volledig opgevuld met gezellige, felgekleurde Afrikaanse doeken. Als je goed kijkt, ligt in de meeste van deze doeken een piepklein baby’tje. Vaak piekt er net een gekleurd mutsje boven de doeken uit. Meerdere ukkies liggen samen lekker knus in een couveuse. Zuurstofapparaten draaien overuren en ronken hard over de afdeling. De generator verricht hard werk om de NICU te kunnen laten functioneren. Circa eenmaal per uur is het donker, want dan trekt ook de generator het niet meer. Nauwkeurig monitoren we dan de kwetsbare kindjes die zuurstoftherapie krijgen. Geen stroom betekent namelijk ook: geen zuurstoftoediening.

Afrikaanse mama’s

Tanzaniaanse klederdracht omvat veelal kleurrijke doeken met drukke patronen. Alle kleuren van de regenboog zijn verwerkt. Van deze doeken worden veelal imposante, wijde jurken gemaakt met plofschoudertjes als waar pronkstuk. Ook een passend stukje stof als hoofddeksel mag niet ontbreken. Om maximaal te integreren hebben Marije en ik een traditionele Tanzaniaanse jurk laten ontwerpen. Een eerste passessie leverde een hoop hilariteit op. In stijl scharrelden we over de lokale markt, en werden we van alle kanten overvallen met complimenten. We verplaatsten ons vervolgens naar het ziekenhuis, om de mama’s te verrassen met onze nieuwe look. Om de ervaring helemaal compleet te maken, werden twee pasgeboren baby’tjes op onze rug gebonden, die vervolgens vredig in slaap vielen. Een mooie, vertrouwde manier om je baby dichtbij je te dragen.

Onderwijs op maat

Ik struin structureel met een ‘reanimatiepop’ onder mijn armen door het ziekenhuis. Te pas en te onpas ‘beval’ ik, en wordt een beroep gedaan op kennis en kunde van de verpleegkundigen. Afgelopen week lag ik met mijn benen in de stijgbeugels op een bed in de verloskamers. Dit zijn overigens drie grote ruimtes, waarin meerdere bedden staan. Afgeschermd met slechts een blauw gordijntje is privacy ver te zoeken. Een pop moet tijdens deze trainingen geregeld plaatsmaken voor een echt baby’tje, dat slecht ter wereld komt. Afgelopen training werden onze verpleegkundigen blootgesteld aan drie echte reanimaties. Trots tonen zij wat ze in hun mars hebben. Er zijn nog een boel hobbels op de weg, letterlijk en figuurlijk, maar een mooie basis ligt er. Op naar verdere verbetering van het huidige niveau!

Deze blog is gepubliceerd door www.nieuwsuitnijmegen.nl. Rechten voor deze blog liggen bij Nieuws uit Nijmegen en Milou van Ingen. Foto’s zijn geplaatst met verkregen toestemming door ouders. Informed Consent is getekend.

1,288 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Zaterdag 25-11-2017. Om 04.45 loeit de wekker door m’n donkere appartement. Ik geniet nog even van de oorverdovende stilte. Ik staar naar buiten en zie een dun laagje ijs glinsteren op de voorruit van mijn auto. Een leeg gevoel maakt snel plaats voor zich ontpoppende vlinders. Het is helder buiten, sterren staan hoog aan de hemel. Over meer dan 7000 kilometer gaan we naar dertig graden temperatuurverschil. Van droge kou, naar vochtige warmte . Van herfst naar zomer. Van een geavanceerde Intensive Care voor zieke baby’s, terug naar de basis. Van Nederland naar Tanzania.

Karibu (welkom)

Na een reis van circa 30 uur arriveren we in het nabij Sengerema gelegen Mwanza. We betreden de krakkemikkige doch functionele veerboot. Ondertussen vliegen de aanbiedingen ons om de oren. Van droge vissenkop tot nekversieringen van geel/goud plastic. De toeter loeit, de boot is vol genoeg om de overtocht over het Victoriameer te kunnen maken. Het meer oogt sereen. Het wemelt er echter van de krokodillen. Een zacht briesje maakt het zeer aangenaam. Het regenseizoen is aangebroken, dus de weg naar Sengerema is deels weggevaagd. We manoevreren ons over de hobbelige zandweg en moeten af en toe met een aanloop het diepe water door. Na 1,5 uur komt ons vertrouwde Sengerema in zicht. Mijn hartslag neemt toe, ogen beginnen te glinsteren en buik vult zich met fijne kriebels. Welkom thuis!

Hospitali (ziekenhuis)

De eerste treden in dit grote districtsziekenhuis voelen magisch. Dit is de plek waar ik in Nederland dagelijks over droom. Een inmiddels vertrouwde wereld. Een die haaks op ‘mijn wereld’ in Nederland staat. De wegwijzers waarop ‘NICU’ aangegeven staat, pronken aan het plafond van het verder open ziekenhuis. Als vanzelf word ik naar ‘onze trots’ getrokken. Magnetisch. Bij binnenkomst wordt mijn aandacht direct getrokken door Luci. Zojuist zo’n 3 maanden te vroeg geboren. Grote kijkers en een rood, doorzichtig huidje. Amper het gewicht van een pakje suiker. Een actieve dame, die in haar veilige ‘huisje’ op de NICU ligt. In haar arm, ter grootte van een luciferstokje, zit een geel infuus, waarover ze antibiotica en extra suikers krijgt. Optimale zorg voor deze premature dame, in een suboptimale setting.

Siku jangu (mijn dag)

Flexibiliteit is een kerneigenschap die je moet bezitten in Sengerema. We blijken tijdens werkzaamheden essentieel materiaal te missen op de NICU. In plakkerig operatiepak en met veel te grote witte jas springen we achterop een piki piki, motor, en laten ons door de groene, zanderige heuvels naar het nabijgelegen centrum rijden. Na het bij elkaar scharrelen van het gewenste materiaal, struinen we vervolgens over de markt, op weg terug naar het ziekenhuis. Al stof happend worden we ingehaald door de ambulance van het ziekenhuis- en worden we in stijl door dit imposante voertuig afgezet op onze afdeling. Tatu, tatu…

Traditional healer (medicijnman)

We betreden met een horde verpleegkundigen vervolgens de afdeling. Onze blik valt op een mannetje van ruim twee weken oud. Hij moet erg hard werken om zijn ademhaling te handhaven en vecht voor z’n leven. Zijn donkere kijkers passen prachtig bij de bos krullen op z’n bolletje. De verpleegkundigen herkennen adequaat ‘alarmsymptomen’. Samen pluizen we uit dat de moeder met haar pasgeboren kroost naar een lokale medicijnman is gegaan. De kleine heeft lokale kruiden gehad- in een poging hem te genezen van zijn vermoedelijke longontsteking. Inventief stelt het team een beleid voor- en gaat over tot uitvoering. De tijd zal uitwijzen of dit voldoende is- en gaat aanslaan.

Hamna maji, hanna power, hanna shida (geen water, geen stroom, geen probleem)

De generator in het grote districtsziekenhuis maakt ondertussen overuren. Er klinkt luid gebrom door het ziekenhuis. Heel Tanzania zit zonder stroom. Stroom, die essentieel is om de NICU te laten functioneren. Wereldnieuws dat ook de Nederlandse pers bereikt heeft. Een fenomeen dat in Sengerema niet ongebruikelijk is. Sinds onze aankomst zitten we grotendeels zonder stroom- en stromend water.

Ondanks het vele leed dat onze ogen te verduren krijgen, overheerst de overweldigende brede glimlach en hartelijke warmte- en liefde van de bevolking in Sengerema. Kinderen spelen stralend met een lege fles op straat. Alle voorbijgangers groeten meer dan vriendelijk. Tanzania: je bent mooi, warm en liefdevol!

1,212 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

De enorme droogte in Afrika teistert ook Tanzania. Officieel is het regenseizoen reeds aangebroken. De wolken doen hun best dreigend over te komen, en de donkere hemel vult zich geregeld met heldere bliksemschitsen. De zo gewenste druppels water blijven echter uit. Dit resulteert in uitblijvende oogst- dus in minder voedsel. Doordeweeks loopt onze mama voor ons naar een put. Daaruit haalt zij ‘schoon’ water, waarmee we ons kunnen wassen, en wat we kunnen uitkoken voor thee. Ook de stroomvoorziening heeft er geregeld moeite mee. Gelukkig kan ik intens genieten van de donkere sterrenhemel met een schouwspel van onweer! Hopelijk laten de moessons niet meer te lang op zich wachten, en maakt de droogte plaats voor groene velden vol oogst! 

Kulwa

De kleinste survivor op de NICU tot nu toe. Op haar lichtst woog ze slechts 480 gram. Ze past makkelijk in mijn hand, en klemt haar kleine handje graag om m’n vinger. Haar moeder heeft ernstige zwangerschapsvergiftiging, en ligt al weken op de Intensive Care. Samen met haar oma proberen we Kulwa zo goed mogelijk te laten overleven en groeien. Elke twee uur sabbelt ze als een jong poesje wat melk uit een cupje. Na 3 slokken sluiten haar grote kijkers meestal, en geven we de rest via een slangetje direct in haar maagje. Het groeien gaat echter zeer gestaag, omdat moeder te ziek is om moedermelk te geven. Kleine Kulwa ligt hele dagen met roze muts en sokken in een huis-tuin-keuken nestje gemaakt van doeken in de couveuse. Groeien en klaarstomen voor de harde buitenwereld. Af en toe halen we haar eruit, en leggen we d’r huid op huid. Dit contact is ontzettend belangrijk. De kleine dame is dan ook erg gul in lieve glimlachjes (lachstuipjes) op dergelijke momenten (zie onderstaande foto).

Norbert

Mijn telefoon rinkelt. De verloskamers, of ik met spoed naar de resuscitatiekamer wil komen. Bij aankomst treft ik twee kleine mannetjes. Moeder was hard aan het werk, en onverwacht startte de bevalling. Jongetje één, Norbert, kan zelf ademhalen maar is aan het vechten. Zijn broertje heeft het een stuk zwaarder. Hij is blauw, ademt niet en z’n hartje komt maar traag op gang. Ik moedig de verpleegkundige aan de beademingen voort te zetten. Samen tellen we hardop en controleren of zijn borstkasje omhoog komt. Dit is het geval, en ook de hartslag wordt iets sneller. Trots gaat de verpleegkundige door. De kleur blijft echter blauw, en het mannetje toont spontaan weinig tekenen van leven. Grote broer Norbert grijpt het leven aan, en kan naar de NICU worden overgeplaatst om te starten met ademhalingsondersteuning. Na 20 minuten ademt zijn broertje nog steeds niet zelfstandig, en besluit ik hem in mijn armen te nemen en een rondje te gaan lopen. Ik zing zachtjes ‘in de Maneschijn’ en leg hem nog even naast zijn broertje Norbert. Daar slaapt hij rustig in. Moeder is verdrietig, maar intens trots op Norbert en stort al haar hoop op hem. Inmiddels zijn we twee weken verder, en Norbert doet het fantastisch. Zijn favoriete plek is veilig op de borst van z’n moeder. Hij kan zonder ondersteuning ademen, en is tevreden.

Yilian

Yilian is een pittige tante die 7 maart geboren werd met een gewicht van krap 500 gram. Haar hoofdje, niet veel groter dan een tennisbal, is bedekt met donkere, zachte donshaartjes. Om haar niet teveel te laten afkoelen draagt ze een gele gehaakte muts met bijpassende sokken met grote strik. De eerste weken heeft Yilian doorgebracht in een kleurrijk ingerichte couveuse vol kitenge’s. Moeder verliest haar geen seconde uit het oog, want af en toe stopt ze met ademen en heeft ze wat hulp nodig. Inmiddels zijn we ruim een maand en 400 gram verder. Elke ochtend tijdens de visite neem ik haar eventjes op schoot. Haar grote kijkers hebben me in zijn macht. Ze vecht als een kleine leeuwin en ik stel me haar voor in de toekomst: een krachtige Afrikaanse vrouw!

NICU

De NICU blijft een soort magnetische werking op me houden. Op het moment dat ik in de buurt van mijn favoriete afdeling kom, versnel ik automatisch. Gedreven om te vechten voor deze afdeling met de meest kwetsbare patiënten van het ziekenhuis. De NICU heeft een goed eerste jaar gedraaid, met maar liefs 998 opnames! Iris en Sophie hebben bedacht om de couveuses een Afrikaanse tint te geven. De sleeves zijn inmiddels van steriel wit, ingewisseld voor kleurrijke kitenge’s. De NICU in het Noorden van Tanzania valt op. We krijgen bezoekjes van kinderartsen vanuit andere centra (van grotere ziekenhuizen), die van ons willen leren. We hebben de afgelopen weken veel teaching on the job gedaan, en klassikale onderwijsmomenten gegeven. Immers: infusen leren prikken op sinaasappels blijft leuk- en een uitdaging!

1,322 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

De nacht is roerig. Mijn lange benen steken zeker 20 cm uit het kleine Afrikaanse bed waarin ik slaap langs de Airstrip. De klamboe kriebelt ondertussen tussen m’n tenen en het gezoem van de muggen vormt een waar strijkorkest. Om 05.00 word ik wakker van woedende honden die elkaar luidkeels achtervolgen rond ons huis. Onrustig dommel ik weer in, om vervolgens om 06.00 gewekt te worden door het galmen vanuit de Moskee. Ik besluit het op te geven, en gooi een paar stralen koud water in m’n gezicht, om me vervolgens in mijn operatiepak en witte jas te hijsen. Om 07.30 zitten we vervolgens paraat bij ‘morning report’. Op de achtergrond ronkt de generator hard en buiten is het mistig van het rokende apparaat. Er is geen stroom, en de generator werkt hard om het hele ziekenhuis van stroom te voorzien.

Asubuhi (ochtend)

Om 09.30 betreden we de Labour Ward, waar we de zo bekende hoge toon van de reanimatietafel al op afstand horen blèren. Op de tafel treffen we een grauw, iets te vroeg geboren baby’tje aan. De verpleging heeft het kindje net beademd, en het hartje is mooi gaan kloppen. We besluiten deze jonge wereldburger vlot te verplaastsen naar de NICU. Het zuurstofgehalte in het bloed blijkt erg laag, slechts 60%. We besluiten te starten met ademhalingsondersteuning om te kijken of we het zuurstofgehalte kunnen opkrikken. Dit lukt slechts moeizaam, het kindje blijft uiterst slap.

Ondertussen behoeven ook de andere baby’s op de Intensive Care onze aandacht. We besluiten met de Clinical Officer (CO) en Registered Nurse (RN) te starten met een leerzame visite (training on the job). Op het eerste bedje ligt een kindje van een week oud wat er cachectisch uitziet en bij elke slok voeding hoest en proest en de voeding via neus en mond weer terug komt. We proberen een maagsonde in te brengen, maar deze krult terug. We vermoeden een slokdarmdefect en willen het kindje insturen naar een groter centrum. Ouders besluiten echter, ondanks onze verwoede pogingen hun transport te betalen, dat zij gebruik willen maken van lokale medicatie bij een traditional healer.

In de vier houten couveuses liggen momenteel acht zeer jonge, kleine prematuren (allen onder de kilo). Allemaal tweelingen, dus ze heten allemaal Kulwa (eerste) en Dotto (tweede). Toevallig allemaal meisjes met een roze, gehaakte muts. We houden ze met pleisters uit elkaar. Onze blik valt op de meest rechtse couveuse. Hierin ligt de kleinste en jongste tweeling van respectievelijk 500 en 700 gram (geschat 26 weken). Een van de twee is blauw en ademt niet. We vrezen het ergste, en halen het kindje vlot uit de couveuse en starten met beademen. Met effect! De hartslag is vlot weer boven de 100 slagen per minuut, de pittige tante opent haar ogen en zet het op een gillen. Deze korte resuscitatie herhaalde zich nog driemaal gedurende onze dienst. Dit is het gevolg van het onrijpe ademhalingscentrum, waardoor zo’n jong kindje af en toe stopt met ademen*. Ondertussen sneuvelt het kleine infuus in haar hand. We zijn echter volledig door de neonatale infusen heen, en moeten de markt op om weer een voorraad aan te leggen. Een grotere maat infuus past namelijk niet in een onderarm wat de grootte van een luciferstokje heeft..

Mchana (voormiddag)

Het gaat niet goed met onze opname van vanmorgen. Het kind heeft ernstige ademhalingsproblemen en blijft volledig slap en niet reactief. Maximale ademhalingsondersteuning mag niet baten. We besluiten nog even handmatig te beademen, maar ook dit heeft onvoldoende effect. De hartslag ebt steeds verder weg, en het pasgeboren baby’tje overlijdt.

Net goed en wel bijgekomen van dit overlijden, krijgen we bericht dat er in een lokale, kleine dispensary (kliniek) in de ‘bush’ en zieke baby is geboren die onmiddelijke hulp vereist. We stappen in de ambulance, en vervolgen onze weg door de prachtige, groene Afrikaanse landschappen. De ambulance heeft vier verschillende sirenes: wale, yeow, hi-lo en yelp. Enthousiast speelt onze chauffeur onderweg met deze hippe deuntjes. Met goed effect: de dala dala’s (lokale kleine busjes) en piki piki’s (motoren) maken massaal plaats. Na 20 minuten geasfalteerde weg, duiken we de bush in. We gaan de dirt road op, en komen al vlot vast te zitten. Gelukkig pakken de wielen het snel weer op, en kunnen we door. Het zou gaan om een baby met een chirurgisch probleem. Onderweg zoeken we reeds contact met een Nederlandse kinderchirurg van het Radboudumc. Zij bereidt ons voor op de procedure. Tropengeneeskunde ten top: roeien met de riemen die we hebben. Bij aankomst met de imposante ambulance, is de hele tribe uitgelopen uit de hutjes, en worden we groots onthaald. De baby is in slechte conditie. De darmen en maag liggen volledig buiten het lichaam en zijn anatomisch niet goed aangelegd (gastroschisis). Het kindje is onwijs afgekoeld, en slechts 31 graden. We proberen het defect te verkennen en de organen terug te plaatsen in de buik. Dit lukt niet. We besluiten een naaldje in het bot te plaatsen om vocht te kunnen geven, wikkelen het kindje in doeken en nemen het op schoot, tegen ons aan, voorin de ambulance om op te warmen. ‘Haraka haraka’, snel naar het ziekenhuis! Inventief plaatsen we een slangetje in de maag, binden daar een spuitje en handschoen aan vast, om alle maagsappen te laten aflopen. De conditie van het kindje blijft echter zo slecht en de afwijking zo groot, dat we helaas geen behandelopties meer hebben en de natuur z’n werk heeft gedaan.

 Jioni (namiddag/avond)

Afgepeigerd van een intensieve dag met veel acute (tropen) geneeskunde lopen we onze laatste ronde over de NICU. Alle acht de kleine prematuren liggen blakend roze in de couveuse met enkel ondersteuning via CPAP of een zuurstofbril. Pittig, Afrikaans bloed. Vlak voordat wij het ziekenhuis willen verlaten, schuifelt er een onzekere, jonge moeder de NICU binnen met haar forse baby. Haar pasgeboren telg huilt veel en ze is bang dat hij ziek is. Ik bied mijn pink aan met een beetje suikerwater, en deze stralende baby eet m’n pink bijna op. Onze diagnose luidt: honger. Gefeliciteerd met uw zoon, jullie mogen naar huis!

1,342 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Mijn blik valt op een zeer dierbare foto van mama Z. en mij in een innige omhelzing. Een jonge vrouw met een bescheiden zwangerschapbuikje die ernstig ziek binnenkomt in het ziekenhuis van Sengerema in 2016. Buiten bewustzijn, lijdend aan cerebrale malaria. Haar kleine meisje komt veel te vroeg, maar sterk ter wereld via een spoedkeizersnede. Slechts 800 gram en geschat 27 weken leggen we haar in een warme houten couveuse. Haar moeder vecht voor haar eigen leven op de Intensive Care, wij strijden voor de kleine dame. Wonder boven wonder doorstaat Z. haar kritieke moment en wordt wakker. Ze grijpt naar haar buik, en heeft door dat hier geen groeiend baby’tje meer in verblijft. Paniek in haar ogen. We besluiten moeder en kind te herenigen op de Intensive Care, waar we de kleine dame enkele minuten tussen de borsten van haar zieke moeder leggen. Moeder vecht als een leeuwin, en komt er wonder boven wonder volledig bovenop. De kleine dame heeft inmiddels het gewicht van 1 kilogram bereikt, als het noodlot toeslaat. Na drie weken treffen we haar met een grauwe, vale kleur, liggend in een plasje gifgroen braaksel en een bolle buik in de couveuse. Een, voor haar fatale, ontsteking van haar premature darmen (necrotiserende enterocolitis). Moeder is ontroostbaar, en wil haar meisje dichtbij haar, nu ze nog een hartslag heeft. Ze vraagt mij of we dit moment samen kunnen beleven. Ik kruip bij haar op bed, en samen ondersteunen we de kleine todat we haar moeten loslaten..

Nyumbani (thuis)

Wijzer voor wijzer heb ik onrustig zitten aftellen tot het weer tijd was om naar mijn tweede thuis te mogen afreizen. Voor mijn gevoel sta ik met één been in Nederland en één been in Tanzania. Deze Oost-Afrikaanse parel heeft mij in z’n greep, en laat niet los. In Nederland krijg ik geregeld de vraag of ik überhaupt werk, gezien al mijn intensieve reizen naar Afrika. Het antwoord is volmondig ja, en hoe! Ik maak een boel uren en heb intensieve werkweken. Door mijn compensatiedagen te combineren met vakantiedagen, kan ik het tot nu toe waarborgen elke 4 tot 6 maanden af te reizen naar mijn ‘tweede thuis’. Alhier kan ik, vanuit Stichting Vrienden Sengerema Hospital, verder bouwen aan ons fantastische ‘Project NICU’. Arriveren in Sengerema voelt (letterlijk) als een warm bad. Ik ben mij de hele dag bewust van de vlinders in mijn buik als ik de Afrikaanse geuren opsnuif, de eerste woorden Kiswahili probeer te vertalen en herenigd wordt met de mensen die mij hier zo dierbaar zijn.

Contrasten

In het vliegtuig naar Tanzania las ik het boek ‘Verhalen uit de Ambulance’ van Mariette Middelbeek. Een bundeling van casuïstiek die hulpverleners is bijgebleven. Opvallend veel hulpverleners beschrijven de kinderreanimatie- en sterfte (mijns inziens terecht) als één van de meest heftige momenten uit hun carriere. Na een dergelijke crisissituatie wordt in Nederland hulp aangeboden via het Bedrijfs Opvang Team (BOT-team). Dit zette mij aan het nadenken over de grote contrasten die ik beleef in mijn twee werelden. De afgelopen maanden ben ik op de NICU in Nederland meermaals betrokken geweest bij overlijdens van baby’s. Een intens traject dat je samen met ouders doorloopt. Je streeft ernaar zoveel mogelijk te handelen naar de wensen van de ouders. Het kindje gaat in de meeste gevallen op de borst bij vader of moeder. Zodoende overlijdt het baby’tje in bijzijn van liefhebbende ouders, die een toekomst met elkaar voorzagen..

In Tanzania verloopt het proces rondom overlijden van een baby op een geheel andere wijze. Voor de opening van de Neonatale Intensive Care Unit, werden stervende baby’s op een aanrecht gelegd om (alleen) te overlijden. Vervolgens werden zij volledig afgedekt in de mooiste Kitenge (kleurrijke omslagdoek), alvorens zij aan ouders mee werden gegeven. Menig maal heb ik moeders gestimuleerd hun kindje vast te houden tijdens de laatste minuten op deze aarde. Ik heb echter moeten accepteren dat dit een andere cultuur betreft. Dit blijft voor mij nog steeds een kritiek leerpunt waar ik het moeilijk mee kan hebben, maar accepteer. Dit heeft er in geresulteerd dat menig kindje z’n laatste adem uitblies in mijn armen (dit wordt overigens wel geaccepteerd en gewaardeerd). Voorheen keken mijn locale collega’s vreemd op. Inmiddels is er een vorm van gewenning opgetreden. Met de komst van de NICU is dit proces wel aan het veranderen (zie de intro casus). Moeder en kind verblijven samen op de NICU. Aangezien ‘ Kangaroo Mother Care’ (buidelen) in Tanzania inhoudt 24 uur per dag, zijn moeder en kind samen. En, oh ja! Van een BOT-team hebben we in Afrika nog nooit gehoord na een heftige casus. Dit maakt het verdriet en de impact echter niet minder..

Dar es Salaam

Afgelopen donderdag ben ik afgereisd naar Tanzania. Ik verblijf echter de eerste dagen in het grote, anonieme, drukke Dar es Salaam om mijn medische registratie opnieuw te voltooien. Zonder de juiste papieren staat immigratie het namelijk (terecht) niet toe dat er medische verrichtingen worden gedaan. Het is hier 34 graden en zwaar vertoeven aan het strand (hihi). Gistermiddag zocht ik verkoeling in het zwembad (wat zeker ook de 30 graden aantikt) en kreeg ineens een peuter van 1,5 in m’n armen. Moeder was vervolgens spoorloos met haar vriendinnen. Enigszins beduusd keek de kleine dame naar de ‘mzungu kubwa’ (grote blanke) die haar ineens vasthield. Voorzichtig begon ze m’n huid af te tasten en keek vervolgens vlot naar haar eigen handjes, om uit te vinden of die nu ook wit verkleurden. Na een half uur heb ik haar volledige vertrouwen gewonnen, en hangt ze aanhankelijk om m’n nek. Genieten en bijna therapeutisch: spelen met gezonde Afrikaanse kinderen! Meestal zijn ze doodziek als ik erbij gevraagd wordt..

Vanaf dinsdag beginnen de werkzaamheden in Sengrema op de NICU. Het Project NICU team van maart/april 2017 bestaat verder (voor de derde keer) uit: Iris van Wanrooy (arts-assistent kindergeneeskunde Utrecht) en Sophie Bennenbroek (arts-assistent Neonatologie Nijmegen). Daarnaast zal de eerste hereniging met Milo pas zondag 2 april zijn. Moeilijk te verdragen, aangezien we in hetzelfde land zijn. Het aftellen gaat door! Meer updates en foto’s volgen als het harde werken weer is gestart..

1,084 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Pikkedonker, met alleen de weerkaatsing van de grote, volle maan in Lake Victoria. We zitten met z’n allen op het kleine strandje, met op nog geen 10 meter afstand hippo’s. De wetenschap dat dit prachtige, groen/blauwe meer gevuld is met gevaarlijke hippo’s, krokodillen en schistosomiasis (bilharzia), doet ons een gepaste afstand bewaren. Met een knetterend kampvuurtje op de achtergrond en wat lokale Konyagi, zijn we echt even ‘weg’. We zijn met een aantal dokters een weekend op pad: Rubondo National Park. Een onbewoond eiland, in het Noorden van Tanzania. Even geen telefoons, geen patientenzorg: rust!

Special case:

Een bekend fenomeen in Afrika zijn ‘traditional healers’. Een eigen visie op de geneeskunst met eigenhandige aanpak. Tijdens een eerder bezoek, zowel in Tanzania als Kameroen, heb ik de eer gehad een bezoekje te mogen brengen aan een traditional healer. Woonachtig en praktiserend in een hut gemaakt van stro en koeienpoep. Een intrigerend fenomeen.

“Traditional Healer (ethnomedicine) – A person in a primitive society who uses long-established methods passed down from one healer to another to treat a person suffering from various illnesses, many of which have psychological underpinnings. Methods used by traditional healers include the use of roots, fetish dolls, voodoo dolls, and the smoking out of a possessing spirit or spell.” 

Donderdag- op vrijdagnacht werd ik met spoed m’n bed uit gebeld door hoofdverpleegkundige Anna. Bij binnenkomst staarde een zeer mager ventje van twee weken oud me met grote ogen aan. Volledig ondervoed, uitgedroogd en gegeneraliseerde tetanus (ernstige infectieziekte met spierspasmen). Voor mij een nieuw fenomeen in de tropische setting. Een schrijnend beeld. Hier draaide onze rollen om: Anna nam mij mee deze casus in. Voor haar, helaas, geen nieuw verschijnsel (dit is de zesde casus van Tetanus dit jaar). Dit kindje heeft een bezoekje gebracht aan de traditional healer, waarbij er ‘helende’ koeienpoep op de indrogende navel is gesmeerd. Helaas geen genezing maar een bron van infecties! Op de NICU kunnen we tegenwoordig, o.a. dankzij Stichting Vrienden Sengerema Hospital, echter wel basiszorg leveren voor een dergelijk zieke baby. We zijn gestart met ademhalingsondersteuning door middel van CPAP met 100% zuurstof, hebben het kleintje in een afgesloten couveuse gelegd om prikkels te reduceren en op juiste temperatuur te komen, hebben een infuus ingebracht om medicatie en vocht te kunnen geven en een maagsonde kunnen plaatsen om te kunnen voeden. Optimale zorg in deze setting!

En toen was het donker..

Tig zoemende apparaten die om de haverklap alarmeren zorgen voor continue prikkels. We zijn druk in de weer met twee zieke baby’tjes. Eén heeft een laag zuurstofgehalte in het bloed (50%), ziet blauw van kleur en is slap, waarvoor ademhalingsondersteuning gestart moet worden. Tegelijkertijd wordt een grauw, klein kindje van 1,6 kg binnengebracht met een lijfje vol petechieen (paarse, puntvormige huidbloedingen) met ook een laag zuurstofgehalte. In rap tempo liggen beide baby’s aan de nodige ondersteuning en protesteren de apparaten alweer luid. Daarnaast flikkert er een helderblauw licht door de NICU: de nieuwe fototherapie (behandeling voor kindjes die geel zien). Alle apparaten draaien op maximale capaciteit. En toen… was het donker en stil. Stroomuitval en geen stromend water meer. This is Africa (T.I.A.). Gelukkig functioneren onze (enige) twee monitoren gedurende 30 minuten op batterij. Geen stroom betekent echter ook: geen ademhalingsondersteuning. Gelukkig werken onze beademingsballonnen altijd! Weer even met onze neus op de feiten dat technische mogelijkheden anno 2016 erg leuk zijn als het meewerkt, maar een scherpe klinische blik en handelen met whatever voor handen zeker zo van belang is! Een nieuwe ‘piep’, ditmaal van twee alarmerende monitoren: het zuurstofgehalte zakt weer… Gelukkig herstart de stroom en werkt de CPAP weer!

Perinatale sterfte:

Met een glimlach van oor tot oor komt Dr. Caroline de NICU op. Er is zojuist ‘perinatal and maternal death meeting’ geweest. Er is een afname van perinatale sterfte (overlijdens van baby voor, rond, na de geboorte)! Ze is trots. De meest gerapporteerde sterfgevallen zijn baby’s vanuit de thuissituatie. Het is opvallend dat er in het SDDH een stuk adequater geresusciteerd wordt als een baby niet zelf ademt na de geboorte. Ik voel me bevoorrecht weer twee weken te hebben mogen bijdragen aan het behouden van nieuw leven. Als prachtige afsluiter hadden we gisteren een groot moment van euforie en voldoening. Vorige week hebben we een baby’tje langdurig staan beademen nadat het een slechte start had. In Nederland zou dit kindje aan de beademing gaan. We stonden op het punt te stoppen met beademen toen de kleine toch zelf kracht toonde en begon te ademen. Afgelopen vrijdag is deze kanjer gezond met ontslag naar huis gegaan. Dit is waarvoor we dit werk doen! Ik ga voldaan naar huis.

1,074 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag

Dat reizen risico’s met zich mee brengt, is voor mij een bekend fenomeen. Als oerhollandse, eigenwijze en uiterst nuchtere wereldreizigster, loopt dat in mijn optiek altijd wel (behoorlijk) los. Deze trip vertrek ik echter niet met stalen zenuwen. Na mijn vorige bliksembezoek aan Tanzania ben ik ernstig ziek terug gekomen en heb heel wat uurtjes mogen spenderen in een ziekenhuisbed van ‘t Radboudumc. Een medisch raadsel. Nog steeds! Een ding is zeker: een delegatie aan tropische wezentjes heeft flink huisgehouden in mijn lijf. Tja, reizen: living on the edge! It won’t stop me.

‘Cause this is Africa’ 

Het is zondagavond 21.00 als Marjolijn (kinderarts io/vriendin) en ik arriveren in het fijne en bloedmooie Sengerema. Van Oko, de ziekenhuischauffeur, mocht ik zelf de auto besturen over de zanderige hobbelwegen richting de binnenlanden van Tanzania. Met een ietwat gespannen Marjolijn op de achterbank en de rood ondergaande zon vervolgen we onze reis. Op z’n Afrikaans, want zo’n 5 km voor Sengerema krijgen we panne. Inmiddels is die eens zo prachtige zon verdwenen en is het pikkedonker buiten. Oko verdwijnt vervolgens op een piki (motor), en wij blijven enigszins verbluft achter in de pruttelende auto. Gelukkig komt hij niet veel later terug met een lading benzine, en komen we toch nog veilig bij het ziekenhuis aan. Ik drop m’n backpack op de grond en volg zeer spoedig de geuren en geluiden richting het ziekenhuis. Van meters afstand hoor ik de alarmen van de NICU rinkelen en mijn zintuigen staan direct op scherp! Ik word dan ook direct met mijn neus op de feiten gedrukt. Bij binnenkomst (na mijn 36 urige reis) is een ijverige verpleegkundige met man en macht een pasgeboren baby aan het beademen die thuis geboren is en een navelstrengbloeding heeft (bij gebrek aan een navelklem thuis). Ik laat haar in charge en ondersteun waar mogelijk door een tweede infuus te plaatsen, te vullen met bloed en uiteindelijk een paar minuten hartmassage toe te passen. Onder onze handen glijdt dit kindje echter toch weg, en verdere reanimatie mag helaas niet meer baten. Welkom terug in de Afrikaanse realiteit.

Sengerema:

De nacht in Sengerema begint vroeg en wordt weer steeds frisser. Pikkedonker, met alleen verlichting van duizenden sprankelende sterren waar ik zo dol op ben. Een hemels schouwspel mijlenver van ons vandaan. Ik wurm me in m’n slaapzak en ‘cocoon’ onder m’n veilige klamboe. Op de achtergrond hoor ik gejank van de straathonden en wat verre kreten die doorgaans door merg en been gaan. Komend uit het ziekenhuis, dat naast ons is gelegen. Langzaam zakken mijn ogen dicht en droom ik weg. Om 06.30 laat het goudgele zonnetje zich weer zien, en is het tijd voor een ijskoude douche. Zodra m’n blauwe OK-pak aan is, vormen zich weer kleine kristallen druppeltjes op mijn voorhoofd. Klaar voor weer een klamme, drukke werkdag!

Stralend en met een glimlach van oor tot oor bewandel ik de paden van het ‘doctor’s compound’ richting het naastgelegen ziekenhuis. Die paden waar ik zo intens van geniet, en die ik zo intens kan vervloeken. Ik geniet als ik het orkest van de fluitende vogels en het geluid van de grote oehoe in de bomen hoor. Ik vervloek ze als ik in het donker struikelend en onhandig naar het ziekenhuis moet rennen voor een spoedgeval. Stiekem angstig voor die ene zwarte slang, die ik toch echt met eigen ogen heb waargenomen. Intens gelukkig ben ik terug in Sengerema. I’m home! Ik logeer weer in m’n tweede thuis, bij Siobhan (gynaecoloog). De sfeer op ‘t compound is gezellig met Marjolijn, Siobhan, Celine (tropenarts io) en Hilde (tropenarts).

NICU:

Op het moment dat ik het ziekenhuis betreed (lees: binnen huppel), valt mijn oog als eerste op officiële wegwijzers met ‘NICU’ daarop. Met een brede glimlach vervolg ik mijn route naar de NICU, die de afgelopen tijd verder aan het ontwikkelen is. De NICU puilt letterlijk uit. Er liggen 18 baby’tjes, daar waar we gestart zijn met 6 NICU-plekken. Van heinde en verre komen vrouwen met hun pasgeboren spruit. Onlangs is de CPAP (vorm van ademhalingsondersteuning) geïntroduceerd, en vol trots krijg ik direct een presentatie van de verpleegkundigen en Dr. Caroline (arts op de NICU). In September werden 93 opnames geregistreerd, waarvan de voornaamste opnamereden wederom ‘asfyxie’ (zuurstoftekort) betreft. Verdere omstandigheden zijn echter minder dan ik gewend vas. We hebben grote tekorten aan maagsondes, infuuscanules, infuusvloeistoffen, antibiotica, voeding en overige essentiële middelen om onze baby’s mee in leven te houden. Met elkaar worden we steeds vindingrijker, en komen we altijd wel tot een passende oplossing.

Om een beeld te schetsen: op dinsdagochtend meldt een bezorgde moeder zich via de ‘eerste hulp’ met haar twee weken oude dochtertje. Zij wil al twee weken niet drinken, is niet gegroeid, hoest en proest en ademt niet goed. Zelf denkt moeder dat haar baby zich continu verslikt en wil graag raad en daad. Al snel denken we aan een onderbreking van de slokdarm (oesofagusatresie) en ik wil dit graag bevestigen. Daarvoor heb ik echter wel een maagsonde nodig, en zolang ik dit niet heb uitgesloten mag dit kindje niet eten, dus heeft het een infuus en vloeistoffen nodig. Hoofdverpleegkundige Anna fluistert dat er nog een kleine noodvoorraad met kleine, gele infusen aanwezig is (de laatste 10, dan zitten we volledig zonder). Maagsondes zijn er niet. Coassistent Martine en ik besluiten de markt op te gaan, op zoek naar sondes. Duka la dawa (drogist) in en uit. Geen maagsondes. Uiteindelijk bij onze laatste opties heeft de beste man toch nog 8 neonatale sondes onder het stof liggen. Voor hem een goede business, want hij kan ze aan ons voor een mooie prijs verkopen. Inmiddels zijn we twee uur verder, alvorens onze baby een maagsonde heeft. Deze blijkt inderdaad niet op te voeren, en de röntgenfoto bevestigd de ondiepe positie van de sonde en hiermee de diagnose. Anna en Caroline stellen, met een beetje Europese hulp, samen een beleid voor en zorgen voor correcte uitvoering hiervan. Ik ben trots op dit fantastische NICU-team.

Reanimatietraining:

Afgelopen jaar hebben we veel aandacht besteed aan de reanimatie van een pasgeboren, ‘natte’ baby. We hebben geoefend op speciaal daarvoor ontwikkelde poppen en veelal in de praktijk bij echte reanimaties. Dit verblijf ren ik gemiddeld twee a driemaal per dag hysterisch met ‘baby Anne’ onder mijn armen de NICU of verloskamers op. “Een op tijd geboren baby, in het vruchtwater gepoept, ademt niet, heeft geen hartslag”. Vervolgens leg ik baby Anne op de reanimatietafel en start de timer. In de Afrikaanse cultuur is deze manier van onderwijs anders dan ze gewend zijn. Lachend en vol ongeloof staren ze me aan. Als mijn gezicht strak in de plooi blijft, en ik gil dat “mijn baby dood gaat”, gaan ze toch serieus aan de slag. Hardop tellen we in het Swahili bij het openen van de longen. Deze training werpt z’n vruchten af. Vanmorgen werd ik gebeld voor assistentie op de verloskamers. Er was zojuist een echte baby geboren zonder ademhaling, volledig slap, blauw en nauwelijks waarneembare hartslag. Het topteam is zelf gestart met de reanimatie van deze nieuwe, jonge wereldbewoner. Een nieuwe dimensie, waarin ik een duidelijke stijgende trend zie!

Milo:

Bijna 1 jaar geleden kwam deze kleine jongen in ons leven (Iris). Op 03-12-2016 werd een klein, pasgeboren jongetje gehuld in gekleurde doeken op de NICU afgeleverd. Gevonden bij het vuilnis twee uur bij Sengerema vandaan. Inmiddels ogenschijnlijk gezond, fantastisch ontwikkelend en sinds mei woonachtig in een weeshuis in stad Mwanza. Vol gezonde zenuwen bezoeken Marjolijn en ik hem direct na aankomst. Nachten heb ik gedroomd over dit weerzien. Op het moment dat ik zijn naam roep, kijkt hij op, verschijnt een gulle lach op z’n bolle toet en kruipt hij in hoog tempo naar me toe. Hij trekt zich op aan mijn kleding en staat zowaar. Armpjes de lucht in, en een lange knuffel volgt. Hij geniet van alle aandacht die hij van ‘tante Kwaku’ en ‘mama Milou’ krijgt. Schoenen zijn er om op te eten, toch niet om aan te trekken? En aan stoere ‘beanies’ op z’n koppie doet meneer niet. Eigenwijs mannetje.. waar hij dat van heeft?

1,100 totaal aantal vertoningen, geen vertoningen vandaag